Toelichting         omzettingstabel




Toelichting bij de OMZETTINGSTABEL van Faistos

De maximumscore is de score die een student maximaal kan krijgen, door het correct beantwoorden van alle vragen op een toets.

De cesuur is de scheiding tussen voldoende en onvoldoende.
De cesuur wordt gelijkgesteld aan het cijfer 5,50.

De berekening is als volgt:
Als de score van een student hoger of gelijk is aan de cesuur:
5,5 + (4,5 x (Score - cesuurscore) : (MaxScore- cesuurscore))

Als de score lager is dan de cesuur is de berekening iets gecompliceerder en afhankelijk van de knik.

Kort gezegd maakt een berekening met of zonder knik voor studenten die boven de cesuur scoren niets uit, maar is de berekening MET knik vriendelijker voor studenten die onder de cesuur scoren.

De omzetting lineair met knik wordt meestal gebruikt bij toetsen waarbij bepaald wordt of de student een percentage (i.e. cesuur tov maxscore) van de lesstof beheerst. Bij een toets van 24 vragen en een beheersingspercentage van 75% hoort dan een cesuur van 24 x 75% = 18

De omzetting lineair met gokkans eliminatie wordt gebruikt bij meerkeuzetoetsen om te corrigeren voor de raadkans. Hoewel de berekening identiek is aan die van de lineaire omzetting, is het uitgangspunt niet de cesuur, maar de zogeheten kansscore. De raadkans bij meerkeuzevragen die bestaan uit vier keuzes is 25%. Bij een toets van 24 dergelijke vragen kan dan gesteld worden dat studenten die 6 of minder vragen goed hebben eigenlijk niets weten en alleen maar gegokt hebben. Zij krijgen dan het cijfer 1,0. In dat geval stellen we de kanscore in op 6. De bijbehorende cesuur wordt dan automatisch bepaald door de helft van het aantal resterende punten op te tellen bij de kansscore. In het voorbeeld geldt dan dat 6+(24-6)/2 = 15 de cesuur wordt.

Ter verduidelijking nog onderstaand plaatje:

Grafieken

Probeer ook eens de Fouten per Punt calculator van Faistos. Voor het handig omzetten van foutscores in cijfers.